In het wild met Charlotte, Kitty & Isobel
Voorafgaand aan de lancering van ons Hamsterhuis, hebben we wat vrijwilligers gevonden die het nieuwe huis wilden testen. En nu, na maandenlang hamstergeluk, zijn onze reviewers klaar om je alles te vertellen.
Bedankt dat jullie vandaag met me willen praten. Kunnen jullie om te beginnen vertellen wie jullie zijn en hoe oud jullie zijn?
Isobel: Ik ben Isobel. Ik ben zes.
Charlotte: Ik ben Charlotte. Ik ben acht.
Kitty: Ik ben Kitty.
En hoe oud ben je Kitty?
Kitty: Zes.
Heel goed. Oké, vandaag gaan we het hebben over… Gerbils?
[In koor]: Nee!
Muizen?
Isobel: Nee, hamsters!
Oh ja, stom van me. Hamsters. Maar waarom gaan we het over hamsters hebben?
Isobel: Nou, omdat we er eentje hebben.
Charlotte: Wij zijn uitgekozen om een review te doen voor Omlet.
Oh is dat zo? Dus, laten we dan bij het begin beginnen. Hoe lang hebben jullie al een hamster?
Charlotte: Hmm, 5 maanden denk ik.
Mum: Was het in april?
Charlotte: Maart.
Isobel: Nee, mei!
Moeder: Ik denk dat Charlotte het goed heeft.
Oké, 5 maanden dus. En wat gebeurde er toen jullie de hamster kregen?
Charlotte: Mama en papa hadden een verrassing voor ons toen we uit school kwamen.
Isobel: Ja, dat was na schooltijd.
En wat gingen jullie reviewen?
Charlotte: We gingen de nieuwe hamsterkooi van Omlet reviewen.
Isobel: Om te kijken of het goed of slecht is.
Goed of slecht? Interessant. Maar om een hamsterkooi te reviewen, heb je natuurlijk ook een hamster nodig…
Charlotte: Jep!
En hoe heet jullie hamster?
Isobel: Rascal!
En is Rascal een hij of een zij?
Isobel: Een hij.
Wist je dat meteen?
Charlotte: Mama heeft het verteld. Maar we wisten het al, want we vonden dat hij op een jongetje leek.
Isobel: Ik vind dat hij op een meisje lijkt.
Kitty: Ik ook.
Isobel: Het is lastig om te zien.
Ja, dat ben ik met je eens. Wie heeft de naam bedacht?
Charlotte: Ik! Want hij probeert altijd te ontsnappen. Hij klimt de bank op en probeert via de openingen naar beneden te gaan. We noemen het zijn vluchtroute.
Oh dat klinkt inderdaad een beetje als een deugniet (Nederlandse vertaling van ‘Rascal’, red.)
Charlotte: Het is niet erg, want papa pakt hem altijd meteen.
Isobel: Maar Charlotte houdt hem het beste vast.
Hoe houd je hem vast?
Charlotte: Je schept hem omhoog.
Scheppen? Zoals een hondendrol?
Charlotte: Nee!
Isobel: Ewwww!
Kitty: Nee!
Sorry, just teasing.
Charlotte: Je moet heel duidelijk zijn als je dat doet.
En waarom is dat?
Charlotte: Omdat je zeker moet zijn. Zodat hij zich veilig voelt en niet wegrent.
Dat klinkt logisch. En het klinkt alsof je hem vaak uit zijn kooi haalt om te spelen in de speelren. Waarom doe je dat?
Charlotte: Zodat hij tam blijft. Als het zo heet.
Ja, zo heet dat! Dus je pakt hem op en speelt met hem zodat hij je goed kent?
Charlotte: Ja, zodat hij ons kent en zodat hij niet wild wordt – heet dat zo, wild?
Ja! Dat is ook een goed woord!
Charlotte: Ja, hij bijt niet zo snel en we willen niet dat hij dat gaat doen. Maar het is denk ik ook fijn dat hij uit zijn kooi gaat. Zo kan hij zich niet vervelen.
Zeker weten. En wat vinden jullie het leukst aan het hebben van een hamster?
Charlotte: Met hem spelen!
Isobel: Ja, met hem spelen.
Welke spelletjes doen jullie?
Charlotte: We kijken als hij in de Speelren rent en dan maken we paden voor hem en dan moeten we lachen. Maar niet te hard. Want hij heeft gevoelige oortjes.
Ah, dus jullie proberen voorzichtig te doen rondom hem?
Charlotte: Ja, hij is maar klein.
Isobel: Zoals de puppy van oma.
Charlotte: Isobel, dit gaat over hamsters. Niet puppy’s!
Ha! Leuk dat jullie oma een puppy heeft. Denk je dat de puppy en hamster met elkaar overweg kunnen?
Charlotte: NEE!!!
Isobel: Nee nee nee!
Kitty: Nee!
Sorry, ik doe een beetje gek.
Sceptische blikken]
Sorry. Mijn excuses.
Charlotte: Oké.
En waar staat de kooi van Rascal?
Charlotte: Hij staat in de woonkamer.
Oh oke, en komt iedereen in de woonkamer?
Isobel: Ja. Iedereen. Het is een kamer voor het hele gezin.
En vinden papa en mama het niet erg om een hamster in de woonkamer te hebben?
Charlotte: Dat was hun keuze! Ik wilde hem in mijn slaapkamer.
Isobel: Ik wilde een cavia of konijn. Maar we hebben een hamster gekregen.
Moeder: Haha, laat dat er maar uit.
Nee, wij willen de waarheid! Maar nu hebben jullie Rascal, zou je hem willen ruilen voor een cavia of konijn?
Isobel: NEE!
Charlotte: Nee, nee nee. Echt niet.
Kitty: Nee.
Charlotte: Hij is zo zacht en tam.
En als je hem oppakt, hoe voelt dat dan?
Charlotte: Hij is heel zacht. Ik maak een bruggetje met mijn handen en dan rent hij erover heen. Maar soms is hij te snel! Maar hij is zo zacht en schattig.
Welke kleur heeft hij?
Charlotte: Goud, blond. Met een beetje wit.
Een beetje zoals het haar van je zusje?
Charlotte: Ja! Een beetje zoals dat.
Het klinkt alsof hij heel lief is.
Isobel: Ja, mijn haar is blond en ook lang.
Je hebt prachtig haar. Jullie alle drie.
Charlotte: Dankjewel.
Isobel: Weet je wat het is met mijn haar..-
Charlotte: Isobel, stop met afdwalen!
Dwaalt Isobel wel vaker af?
Charlotte: Ja. Altijd.
Oh ik ook de hele tijd. Dat maakt niet uit.
Moeder: Meiden, kunnen jullie stoppen met dat gedraai op de stoelen. Ik word er misselijk van.
Charlotte: Nu dwaalt mama af.
Haha. Oké. Waarom denken jullie dat hamsters goede huisdieren zijn?
Charlotte: Nou omdat we hem na het eten mogen hebben.
Huh, zoals pudding? Als toetje?
[Charlotte & Isobel tegelijk]: NEE!
Kitty: Hahahaha
Charlotte: Neee! We mogen na het eten met hem spelen omdat hij dan niet meer slaapt!
Isobel: Ja. Omdat we met hem kunnen spelen.
Oh, ik snap het. En wanneer slapen hamsters? En wanneer worden ze wakker?
Isobel: Ze worden ‘s avonds wakker.
Dus de avond is zijn ochtend?
Isobel: Nee, hij slaapt meestal nog dan. Maar we maken hem heel zachtjes wakker.
Hoe doen jullie dat?
Charlotte: Nou, we halen de bovenkant van de kooi eraf en dan tillen we zijn kartonnen verstopplek op, en een beetje van het nest. Maar papa moet helpen, zodat we hem niet laten schrikken en hij blij is.
Hoe weet je wanneer hij blij is?
Charlotte: Nou, hij is altijd blij. Omdat hij veel slaapt.
Oh dat snap ik helemaal.
Charlotte: Mama. Hou op met snoepjes eten. Ze zijn voor ons.
Moeder: Sorry.
En wat doet hij nog meer? Poept hij een heleboel?
Charlotte: Ja, vooral op één of twee plekken in zijn huis. Maar niet als we hem uit de kooi halen.
Isobel: Toen we hem eerst kregen, beet hij ons een keer. Maar dat doet hij nu niet meer. Dat doet hij nooit.
Waarschijnlijk omdat jullie zo voorzichtig met hem omgaan en hem heel veel liefde en aandacht geven, en snel hebben geleerd om goed voor hem te zorgen.
Charlotte: Ja, we zijn heel voorzichtig met hem.
Isobel: Maar ik kan hem niet vasthouden!
Komt dat omdat je een beetje klein bent en zo veel friemelt?
Isobel: Ja.
Charlotte: Ik friemel juist heel veel!
Oh, ik friemel ook veel.
Moeder: Meiden, kunnen jullie alsjeblieft stilzitten.
Sorry, ik werk ook niet bepaald mee. Oh, dit wilde ik nog vragen: wie maakt de kooi schoon?
Charlotte: We helpen papa. Vaak spelen we met Rascal terwijl papa de vieze stukjes schoonmaakt.
Dat is een mooie afspraak!
Isobel: Ik help. En Kitty soms ook.
Isobel, praat je voor twee?
Isobel: Ik weet niet eens wat dat is! Wat is voor twee praten?
Charlotte: Dat jij voor jullie allebei praat.
Isobel: Oh. Ja.
Moeder: Kitty, wat wil jij graag zeggen over Rascal?
Isobel: Hij slaapt de hele dag. En we kunnen hem ‘s nachts niet zien, want dan liggen we in bed.
Moeder: Ik zei Kitty!
Kitty: Jep.
Charlotte: Ik heb je dit verteld, Isobel. Hij is een nachtdier.
En wat vinden jullie van dit nieuwe hok? Vinden jullie het mooi?
Charlotte: Ja, ik vind hem mooi. Hij is goed.
Isobel: Ik vind hem ook mooi. Hij is blauw en oranje en ziet er mooi uit.
Kitty: Hij heet Omlet.
Ha!
Charlotte: Soms moet hij niezen als we hem uit het hok halen. En dan maakt hij zijn gezichtje schoon.
Oh dat is schattig.
Charlotte: Mama vindt het leuk om foto’s te maken en zegt: ‘‘Ahhh, hij is zo schattig!’ Hij gaat op zijn achterpoten staan en dan doet hij dit. Met zijn voorpootjes. [Doet een schattige impressie van een hamster die zich wast.]
Geweldig! Heel goed gedaan. En zouden jullie tegen andere kinderen zeggen dat hamsters een goed huisdier zijn?
Charlotte: Geweldig! Heel goed gedaan. En zouden jullie tegen andere kinderen zeggen dat hamsters een goed huisdier zijn?
Ja, behalve dat nachtdieren-gedeelte
Moeder: Waarom vind jij hem leuk, Kitty?
Isobel: Ik hou van hem!
Moeder: Jij heet geen Kitty.
Isobel: Hahaha.
Kitty: Ik vind hem leuk omdat hij zo lief is.
Charlotte: Hij maakt ons aan het lachen.
Kitty: Soms, als we hem uit de kooi halen, rent hij rond en dan heeft hij plezier en dan hebben wij plezier –
Charlotte: Ja, we hebben plezier met hem.
Isobel: Charlotte! Kitty was nog niet klaar!
Kitty: Jawel.
En praten jullie wel eens met Rascal?
Charlotte: Papa wel. De hele tijd.
Leuk! En wat eet hij? Rascal bedoel ik. Niet papa.
Charlotte: Hamstervoer. Maar soms snoepjes. Zoals appel. Of wortel. Of sla.
Hebben jullie zijn wangen al eens heel groot zien worden?
Kitty: Nou –
Charlotte: Toen –
Moeder: Laat Kitty uitpraten!
Kitty: Als hij eet dan neemt hij heel veel en dan verstopt hij dat in zijn wangen.
Charlotte: Ik denk dat ze dat doen om eten te sparen. Maar ik weet niet hoe ze het doen!
Hij heeft hele flexibele wangen! Zouden jullie ook flexibele wangen willen hebben?
Charlotte: NEE!
Isobel: nooit nooit nooit nooit nooit.
Kitty: Nee nee nee.
Geen zorgen. Dat zal ook niet gebeuren. En gebruikt hij het wiel ook?
Isobel: Ja, maar dat is heel heel stil.
Kitty: Hij piept niet.
Charlotte: Nee, dat doet hij niet. Hij is stil. Het enige wat je hoort, zijn de pootjes.
Geweldig. Heb jij gezegd dat ze dit moeten zeggen?
Moeder: Nee!
Charlotte: Oh, en hij vind het zandbad leuk.
Isobel: Ja, hij vindt het leuk om daar in te gaan.
Waarom doet hij dat?
Charlotte: Om schoon te blijven.
Isobel: Het is belangrijk om hem schoon te houden.
Charlotte: Het poetst hem op. En dan glanst hij helemaal.
Kitty: Mogen we nu snoep?
Zeker weten. Dankjewel meiden. Jullie hebben goed meegewerkt. Tijd voor jullie welverdiende beloning.
This entry was posted in Hamsters