Gids voor het uitbroeden van kippeneieren
1. Langetermijnplan
Voordat u begint met het uitbroeden van eieren moet u zich bedenken wat u met de kuikens gaat doen als ze eenmaal uit het ei zijn gekomen. Meestal zal 25-50% van de eieren helemaal niet uitkomen omdat ze niet bevrucht blijken te zijn of omdat er iets mis is gegaan tijdens het broedproces. Gemiddeld genomen zal 50% van de uitgekomen eieren haan zijn en 50% hen. Iedereen wil hennen en bijna niemand heeft hanen nodig, dus rijst de vraag wat u met de heren gaat doen. Bij veel rassen tolereren hanen elkaar niet. Tenzij ze volledig van elkaar worden gescheiden zullen ze voortdurend (en hevig) vechten.
2. Eieren om uit te broeden
Om de kans dat u bevruchte kippeneieren koopt zo groot mogelijk te laten zijn, is het belangrijk dat u een goede kweker uitzoekt. Eieren van sommige kippenrassen zijn erg duur, dus elk ei dat niet uitkomt kost u geld. Een kweker kan u nooit met 100% zekerheid zeggen of een ei bevrucht is, al zal een ervaren kweker hier vrij zeker van zijn.
Let erop dat de eieren geen enkele misvorming of ander zichtbaar defect hebben. Een scheurtje in de schaal is een no-go. Elke beschadiging van de schaal kan leiden tot problemen in de ontwikkeling.
Als u de eieren eenmaal heeft gekocht is het een goed idee om ze te wassen met een eierschoonmaakmiddel. Eieren zijn poreus en de embryo’s krijgen zuurstof en water via hun eierschaal. De aanwezigheid van bacteriën en toxines kunnen de embryo’s in gevaar brengen.
3. Houd een dagboek bij
Tijdens het uitbroeden van eieren is het een goed idee om een dagboek bij te houden waarin u de eieren nummert en dagelijks het gewicht van elk ei bijhoudt. Een ei dat zich aan het ontwikkelen is zal in de loop van de 21 dagen gewicht verliezen. Tijdens het gehele proces zal het 10-15% van zijn oorspronkelijke gewicht verliezen. Als een ei in de broedmachine geen gewicht verliest betekent dit meestal dat het ei zich niet ontwikkelt.
4. Broedmachine
Draaien
Kies uw bloedmachine zorgvuldig. Sommige broedmachines, zoals de Brinsea Mini II, hebben een automatische draaifunctie. Dit bespaart u een hoop tijd en moeite. Tijdens de incubatietijd moet elk ei om de 90 minuten worden gedraaid. Een broedse hen draait de eieren als ze beweegt over haar nest, dus het draaien simuleert wat op natuurlijke wijze gebeurt als een hen voor de eieren zorgt. Kiest u voor een broedmachine die geen automatische draaifunctie heeft, dan zult u dit handmatig moeten doen. Om er zeker van te zijn dat u telkens alle eieren draait is het een goed idee om ze met een niet-giftige stift te markeren.
Temperatuur
Een goede incubator zorgt ervoor dat de temperatuur binnenin de machine stabiel blijft. De broedmachine die wij aanbevelen is de Brinsea Mini II. De optimale temperatuur voor het uitbroeden van eieren is 37.5 graden. Een goede broedmachine zal aangeven wanneer de temperatuur boven of onder een bepaalde grens stijgt of daalt. Hierbij is de temperatuur van de ruimte waarin de broedmachine staat belangrijk, omdat het van invloed is op de temperatuur in de broedmachine. Tijdens het uitbroeden van de eieren zult u regelmatig de broedmachine openen voor routinecontroles, en er moet worden voorkomen dat de eieren een temperatuur-shock krijgen (dit kan dodelijk zijn). Aanbevolen is een stabiele kamertemperatuur van rond de 25 graden. Ook dient de ruimte waarin de incubator staat tochtvrij te zijn.
Luchtvochtigheid
Een goede broedmachine kan de luchtvochtigheid goed reguleren. De optimale luchtvochtigheid voor het uitbroeden van de eieren ligt tussen de 40-50%. Op dag 19 moet dit worden verhoogd om de eierschalen zachter te maken zodat de kuikens uit het ei kunnen komen. Sommige broedmachines, zoals de Brinsea Mini II, hebben twee waterreservoirs. Vul één dagelijks en vanaf dag 19 beide. Bij de Brinsea is het mogelijk dit te doen zonder de machine te openen. Dat is handig omdat het beter is om de broedmachine niet te vaak te openen. Het is normaal dat er na een paar dagen door de hoge luchtvochtigheid wat condens ontstaat in de broedmachine.
5. Dagelijkse routine
Koelen
Dag 7 is een belangrijk moment. Vanaf deze dag moeten de eieren een half uur per dag worden gekoeld. Het is het beste om dit elke dag rond dezelfde tijd te doen. Een goede broedmachine heeft een ventilator waarvan de koeltijd kan worden ingesteld. Is dit niet het geval dan moeten de eieren uit de broedmachine worden gehaald om ze af te laten koelen. De temperatuur mag buiten de broedmachine mag niet veel lager zijn – een verschil van 2 tot 5 graden is voldoende.
Een ei waarin een kuiken zich ontwikkelt behoudt zijn temperatuur. Zo weet een hen of een ei zich wel of niet ontwikkelt. Als een hen het nest verlaat om te eten en drinken zal een dood ei vrijwel meteen koud worden. De hen zal het koude ei uit haar nest verwijderen.
Doorlichten
Ten laatste op dag 7 kunt u ook beginnen met doorlichten van de eieren. Zo kunt u zien welke eieren zich ontwikkelen en welke niet. Als een ei op dag 7 geen teken van ontwikkeling laat zien, zal het niet uitkomen. Het is belangrijk om de eieren die zich niet ontwikkelen uit de broedmachine te halen, omdat ze zullen gaan bederven als dit niet gebeurt. Licht de eieren vanaf dag 7 regelmatig door. Het is niet nodig om dit dagelijks te doen omdat per dag geen duidelijk verschil zichtbaar zal zijn. Eens per drie of vier dagen is voldoende. Door wegen en doorlichten zult u meestal kunnen vaststellen of een ei zich ontwikkelt of niet.
Van dag 7 tot dag 19 dienen de volgende taken routinematig worden uitgevoerd: koelen, wegen en zo nu en dan doorlichten.
6. Uitkomen
Op dag 19 begint de volgende belangrijke fase. De eieren hoeven niet meer te worden gedraaid en gekoeld. Leg een matje in de broedmachine (zodat de kuikens niet uitglijden op de eerste dag van hun leven). Ook moet de luchtvochtigheid in de broedmachine worden verhoogd naar ten minste 65%. Als u gebruik maakt van de Brinsea Mini II dan kunt u dit doen door het tweede reservoir in de broedmachine te vullen met water.
Op een gegeven moment zult u zien dan de eieren gaan wiebelen: de kuikens bewegen zich om de perfectie positie te vinden om uit het ei te komen. U zult misschien de neiging hebben om de eieren regelmatig te controleren. Op dit punt is het echter beter om ze met rust te laten en ze om de zes uur te controleren.
Rond dag 20 zouden de kuikens een klein gaatje in hun eierschaal moeten pikken om voor het eerste verse lucht in te in te ademen. Het is het beste om de kuikens met rust te laten. Probeer ze niet te helpen door het gat groter te maken of de schaal te openen. Dit zullen ze zelf en op hun eigen tempo doen. Bovendien is dit het moment dat ze alle voedingsstoffen in hun ei consumeren, dus het is erg belangrijk dat ze zolang als nodig in hun ei blijven.
De eieren van de meeste kippenrassen komen uit op dag 21. Slechts een enkel ras komt uit op dag 20 of 22. Help de kuikens niet tijdens het uitkomen, ze zouden hier zelf toe in staat moeten zijn. Help alleen een beetje als een kuiken echt laat is (in vergelijking met de andere broedmachine-bewoners) en/of wanneer de eierschaal erg dik is en duidelijk is dat het kuiken langere tijd worstelt om naar buiten te komen.
Laat de kuikens als ze eenmaal uit het ei zijn gekomen nog 24 uur in de broedmachine. Ze zijn goed doorvoed omdat ze alle voedingsstoffen in hun ei tot zich hebben genomen voordat ze uit het ei kwamen. De broedmachine biedt de optimale temperatuur en luchtvochtigheid.
Bekijk onze video om te zien hoe makkelijk het is om kuikens uit te broeden met een broedmachine!
This entry was posted in Kuikens/Uitbroeden
One reply on “Gids voor het uitbroeden van kippeneieren”
Ik heb een Eglu Go en vier krielkippen. Zou het ook mogelijk zijn om in mijn Eglu Go de hennen zelf de bevruchte eitjes uit te laten broeden? Ik vraag me ook af of de kuikens dan niet tussen de rekken (zeg maar de zit stokken) zullen vallen.